Meeste Nederlanders krijgen te weinig vitamine D binnen
Veel Nederlands krijgen onvoldoende vitamine D, calcium, ijzer en foliumzuur binnen. Dit blijkt uit een nadere analyse van gegevens uit de Voedselconsumptiepeiling 2012-2016. Door dit onderzoek is ook duidelijker geworden wat de bijdrage van voedingssupplementen is bij het behalen van een adequate inname van nutriënten. En wie meer risico loopt op een tekort. In dit artikel zetten we de belangrijkste bevindingen op een rij.
Gegevens van 4313 volwassenen en kinderen uit de onderzoekspopulatie van de Voedselconsumptiepeiling 2012-2016 zijn verder geanalyseerd. De gegevens werden verzameld door middel van twee niet-opeenvolgende 24-uurs voedingsdagboeken, waarbij het gebruik van voedingssupplementen ook werd uitgevraagd. De onderzoekers hebben zich voor de analyse gericht op hoog-risico nutriënten. Dat zijn nutriënten waarvan wordt verwacht dat de aanvaardbare bovengrens vaker wordt overschreden. Volgens de Europese Commissie zijn dit de volgende nutriënten: calcium, ijzer, zink, vitamine A, vitamine B6, foliumzuur/folaat, vitamine D en vitamine E.
Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid
De verkregen gegevens over de voedingsinname zijn omgerekend naar nutriëntniveau en vergeleken met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (ADH) en veilige bovengrenzen, zoals vastgesteld door de Gezondheidsraad en de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). Voor het berekenen van de inname van nutriënten via voedingssupplementen, zijn de onderzoekers uitgegaan van de hoogst gerapporteerde dagelijkse doseringen.
Te weinig calcium, ijzer, vitamine D en foliumzuur
Meer dan de helft van de deelnemers haalde de aanbevolen inname voor calcium, ijzer, vitamine D en folaat niet. Voor vitamine D gold dat zelfs voor bijna alle deelnemers (92%). Het gebruik van een supplement verhoogde bij kinderen tussen de 0 en 2 jaar het aandeel dat de ADH voor vitamine D haalde met maar liefst 50%. Bij kinderen tussen de 2 en 4 jaar werd het aandeel dat de ADH voor vitamine D haalde door suppletiegebruik met 30% verhoogd. Voor de overige leeftijdsgroepen droeg het gebruik van een vitamine D supplement nauwelijks bij aan het aandeel dat de ADH haalde. Het gebruik van een foliumzuursupplement verhoogde het aandeel volwassenen dat de ADH haalde met meer dan 10%. Voor calcium en ijzer speelde het gebruik van supplementen een nog kleinere rol.
Leeftijd en geslacht speelt een rol; lage inname bij adolescenten en vrouwen
Peuters en kleuters krijgen over het algemeen voldoende nutriënten binnen. Het hoge gebruik van voedingssupplementen in deze leeftijdsgroepen draagt daar zeker aan bij. In vergelijking met andere leeftijdsgroepen wordt de veilige bovengrens voor peuters en kleuters wel vaker overschreden. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat ouders voor de zekerheid een multivitamine geven in combinatie met een vitamine D supplement, wanneer het kind een moeilijker eter is. Uit de analyse komt verder naar voren dat adolescenten, in vergelijking tot andere leeftijdsgroepen, een grotere kans hebben op een te lage inname van calcium, zink en vitamine A. Vrouwen daarentegen hebben vaker een lagere inname van ijzer, vitamine B6, folaat en vitamine E, in vergelijking met mannen.
Conclusies
Uit dit onderzoek blijkt dat een groot deel van de Nederlandse populatie niet voldoende nutriënten binnenkrijgt. Met name de inname van vitamine D heeft aandacht nodig. Vanwege het gebruik van voedingsdagboeken, moet er wel rekening worden gehouden met een mogelijke onderschatting van de voedingsinname. Dit betekent dat het aandeel dat de aanbevolen hoeveelheid haalt misschien wordt onderschat. De resultaten laten ook zien dat het gebruik van voedingssupplementen een rol kan spelen bij het behalen van een adequate inname aan nutriënten, omdat de mensen die geen voedingssupplementen gebruikten vaker onvoldoende nutriënten binnenkregen. Een gezond voedingspatroon blijft natuurlijk ook onmisbaar. De onderzoekers bevelen dan ook aan om doelgerichte interventies op te zetten op het gebied van voedingseducatie.
Bron: Bird J.K., Bruins M.J. & Turini M.E. (2023). Micronutrient intakes in the Dutch diet: foods, fortified foods and supplements in a cross sectional study. Eur. J. Nutr.: 1-19
Disclaimer: De resultaten uit dit onderzoek zijn gebaseerd op de voorlaatste Voedselconsumptiepeiling (2012-2016). Nadere analyses van de meest recente Voedselconsumptiepeiling (2016-2020) worden nog verwacht. Het is echter niet waarschijnlijk dat de inname van nutriënten drastisch is veranderd.
Kom je er niet uit?
Wij helpen je graag via info@vital-cell-life.com.